Linda's Life
 
 

Column


27 januari 2008

Jeugdherinneringen

Wanneer je de leeftijd van 45 jaar hebt bereikt en terugblikt op je “jeugd” tot nu toe, zijn er veel leuke herinneringen die bij me naar boven komen. Ik woonde vroeger in een binnenstadswijk van Den Haag. Samen met mijn drie jaar jongere zusje sliep ik in een kamertje van twee bij twee meter. We sliepen in een stapelbed. Ik sliep, als oudste, bovenin en vlak boven mijn voeteneind bevond zich een klein “geheim” kastje. Mijn ouders zagen dat anders. Het kastje was namelijk door mijn vader om een gasmeter heen gebouwd. Voor hen was het een gevaarlijk kastje, voor mij een kastje waar ik allemaal geheimen in kon bewaren. Mijn zusje Angela lag in het onderste bed. En als we gingen donderjagen dan duwde zij met haar voeten tegen de onderkant van de spiraal zodat ik bijna uit mijn bed viel. Reuze veel lol hadden we daar in het kamertje. Mijn hoofdeind was naast de toegangsdeur en daarboven bevond zich een groot raam dat uitkeek over de lange gang met aan het eind de keuken. Ik kon als ik rechtop in mijn bed ging staan goed door het raam kijken wat er allemaal in huis gebeurde. We moesten vroeg naar bed en vaak was ik nog niet moe dus duurde het een tijdje voor ik was “uitgekeken”. Dan ging je een beetje zitten prutsen. Ik vond een oude tandenborstel.  We hadden behang met stukjes houtvezel eronder. Het was leuk om het als kind tevoorschijn te poetsen… Leuk was het ook om naar mijn zusje in het benedenbed te kijken. Je moest dan wel je voeten schrap zetten langs de zijkant. Het kwam wel eens voor dat je dan wegschoot en op de grond boven op je snufferd viel. In onze keuken was een openslaand raam dat op een plat dak van de uitbouw van de buren uitkeek. Er was met een soort teer op de grind stenen gespoten. Bij dat teren was in mijn idee ook een bal meegenomen. Dat was een aanblik waar ik jaren over heb kunnen nadenken. Hoe kon ik bij die bal komen? Of die bal nog bruikbaar was daar dacht ik niet aan. Toe mijn ouders een keer niet thuis waren klom ik uit het keukenraam en stond op het platte dak van de buren. De onderburen hadden me gezien en vertelden me terug te gaan. Ik pakte het balletje en toen ik erin kneep bleek dat hij helemaal door de zon verteerd en verpulverd was. Maar nu nog terug het huis in komen. Dat ging heel moeilijk. Het was allemaal veel hoger dan ik dacht… Maar goed het lukte en mijn ouders kwamen natuurlijk achter deze domme actie via de buren. Bij dat zelfde keukenraam ben ik trouwens ooit eens vreselijk geschrokken. Er liep een kat en ik lokte het beest door “PSSSS, PSSSS!” te roepen. De kat kwam uiteindelijk met een sprong in het keukenraam zitten. Ik schrok me als kleuter werkelijk rot.


14 december 2007

Heeft u in Den Haag gewoond?

Enkele maanden geleden liep ik lekker te shoppen in mijn woonplaats Zoetermeer. Ik liep een kledingzaak binnen en daar zag ik een opvallend stel van rond de 50 jaar. Er liepen wel meer mensen in de winkel maar deze twee trokken op de een of andere manier mijn aandacht. Nadat de echtgenoot de kleding van zijn vrouw had goedgekeurd en bij de kassa had afgerekend kwam hij bij het verlaten van de winkel teruggelopen om iets aan mij te vragen. “Heeft u in Den Haag gewoond?” Ja, dat had ik. De vrouw kwam er verwachtingsvol bij staan maar de mensen kwamen mij helemaal niet bekend voor… Het was immers 33 jaar geleden dat ik daar als jong meisje woonde. En de vrouw in kwestie was wat ouder dan ik. Ik legde uit waar ik precies woonde en wat bleek: de vrouw woonde precies tegenover mijn ouderlijk huis! Terwijl we verder spraken over de mensen in de straat kwamen de beelden en herinneringen langzaam terug. Ik zag ineens de gelijkenis: de vrouw leek heel erg op haar moeder! Ze werd door iedereen “Miss Stofdoek” genoemd! Omdat ze uit nieuwsgierigheid altijd héél toevallig haar stofdoek moest uitkloppen als er op straat iets gebeurde. Maar dat kon ik natuurlijk niet zeggen!


1 december 2007

Controle?

Een paar weekenden geleden gingen we op bezoek bij mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder lag ziek in bed en was alleen thuis. Om haar niet alleen te laten zijn gingen we langs voor een kopje thee. Oma kwam uit bed en dronk in de woonkamer een kopje thee mee. Na haar te hebben verwend met allerlei lekkers kwam de kleur op haar wangen terug en leek ze het wel naar haar zin te hebben. Oma is een beetje doof en na wat heen en weer “geroepen” te hebben maakte we haar avondeten warm. De stoel werd in de keuken gezet en oma kwam erbij zitten. Toen het avondeten naar binnen was gewerkt gingen we afwassen en opruimen. Oma werd weer naar bed gebracht en toen we de deur achter ons dichttrokken lag oma veilig in bed. Maar; hadden we het gas wel uitgedaan en was de magnetron uit? Wij belden aan en oma vroeg vanuit haar bed wat er was. We riepen met luide stem door de deur: “We komen even wat controleren!”  Oma kwam uit bed en wij gingen naar de keuken. We hadden het gas natuurlijk uit gedaan. Oma weer naar bed en wij na een dikke kus weer naar buiten. Daar werden we verrast door een oude dame met rollator en een iets jongere met een omhoog geheven bloempot in haar hand. Ter verduidelijking de bloempot was voor ons schedeldak bedoeld. “Er wordt nooit op zondag gecontroleerd!” zei de vrouw met rollator. We werden niet echt geloofd na de mededeling dat we zoonlief, schoondochter en  kleinkind waren. Totdat we in de lift met gesloten deuren naar beneden gingen hielden ze ons in de gaten….. Stoer maar wel gevaarlijk. Ze hadden bij twijfel beter de politie kunnen bellen. Als we echte “boeven” waren, hadden we deze dametjes met gemak aan de kant gezet, zeg maar “gerold”.


25 november 2007

Big Brother is watching me

Er wordt gemerkt of ongemerkt van alles geregistreerd in je omgeving, zeg maar, in de wereld. Het is natuurlijk een belangrijk middel ter voorkoming van diefstal of veel erger terrorisme. Je voelt soms bijna dat er naar je gekeken wordt. Dat gevoel had ik ook toen ik jaren geleden langs de Berlijnse Muur liep. De Muur werd toen nog streng bewaakt. Terwijl we langs de westkant liepen voelde je de ogen in je rug prikken. Vanaf de oostkant keken “de Ossies” met verrekijkers naar “de Wessies”. De informatie werd naar de volgende uitkijkpost doorgeseind en zo werd je op afstand gevolgd. Toen konden we ons dat niet voorstellen. Vandaag de dag kijk je zelfs in een pashokje van een kledingszaak of je niet ongemerkt op de video wordt vastgelegd. Nu doen we er met z’n allen aan mee. Via mobiele telefoontjes worden video’s opgenomen en op internet verspreidt. Je kunt alle mogelijke plekken op de wereld bekijken via Google Earth. Kijken waar het hotel in de vakantie precies stond en zelfs hoe je liep van hotel naar het strand. Ik ging op Google Earth kijken waar mijn school staat. Ik zag een zwarte stip op een hoekje van de zandbak… “He, daar zit ik!” Als ik met de kinderen naar buiten ga, dan zit ik op de rand van de zandbak! Ik heb het plaatje opgeslagen. Nu doe ik het ook! “Big Brother is watching me”.

Linda-op-Google


24 oktober 2007

Bez slehacou?

Heerlijke ijscoupes hebben ze in ons restaurantje in Slowakije! Na een warme dag is het een verademing op het koele terras van de ijssalon. In de ijssalon kun je de coupes zelf samenstellen. Ik denk dat ik weet hoe het moet. “Laat mij dat maar doen”, zeg ik zelfverzekerd. Ik ben in de vakantie de vrouw van de portemonnee en het bestellen. De dame achter de toonbank stelt mij verschillende vragen. Ik reageer daar positief op. Af en toe zeg ik “Dobre”, wat “goed” betekent. De ijsjuffrouw was snel klaar met de coupes. Het waren saaie glazen bakjes geworden met ijsbollen erin. Ik begreep achteraf dat ik overal met “ja” op antwoordde. De vragen: Wil je zonder slagroom? Ja. Wil je zonder fruit? Ja. En zo ging het een tijdje door. Zal ik het de volgende keer weer bestellen? Het was een heel goedkoop rondje....


23 september 2007

Steek er nog eentje op..

Het is leuk om naar mensen te kijken! Welke gewoonten ze hebben, welke maniertjes, welke lichaamstaal ze gebruiken enzovoorts. Tijdens ons verblijf in Bratislava stonden we op een camping en daar is het goed mensen kijken. Zo stond er een camper niet ver van ons vandaan. De vakantiegangers hadden de middelbare leeftijd bereikt en hadden de fietsen meegenomen. Deze stonden tegen de achterkant van de camper. Het was nog vroeg in de ochtend en ik zat lekker in de zon te genieten van de ochtendwarmte. Ik hoorde zacht gekraak en toen ik in de richting van het geluid keek zag ik de camper bewegen en de fietsen zachtjes heen en weer deinen. Ik kon me niet indenken dat de camper op deze manier bewoog doordat de mensen erin liepen. Na een tijdje kwam de zwaarlijvige man, die veel weg had van Sugar Lee Hooper, het liefdesnestje uit. Hij stak een sigaar op en begon te hoesten. Ik had de angst dat hij erin in bleef maar al gauw haalde hij de inhalator tevoorschijn. De man legde de sigaar aan de kant en begon heftig “pufjes” medicijn in te ademen. Hij deelde zijn vrouw terloops mee dat die sigaren eigenlijk vies waren, spuugde een fluim naar opzij en kalmeerde. Hij pakte zijn sigaar op en ging verder met het roken van die stinkstok. Hij had immers weer genoeg lucht. Wat hem precies de adem benam weet ik niet….


9 juni 2007

En daar lig ik weer…..

Precies na 6 maanden lig ik weer in de stoel van de kaakchirurg. De vorige behandeling aan de wortelpunten gaf niet het gewenste resultaat; ik had nog steeds dezelfde pijn. Ondertussen weet ik wat me te wachten staat. Ik weet precies wat er gaat gebeuren. Ik word op tijd (jammer) binnen geroepen. Er wacht me een gemaskerde kaakchirurg die me allervriendelijkst een hand geeft. Het spuitje komt eraan en ik kan me dit keer niet inhouden en laat een kreun ontglippen. Het doet verdomde zeer die verdoving in je tandvlees! Al snel ben je verbaal uitgeschakeld. Ik ben een beetje bang dat ik niet meer kan slikken. Voor ik het weet ligt er een kleedje over me heen en wordt de lamp op mijn snuit gezet. Alsof ik word ondervraagd zoals in oude films. Stel dat ik nu iets moet uitleggen, de kwijl zou uit mijn mond lopen en er zou alleen nog stompzinnig gewauwel uitkomen. Ik doe mijn uiterste best de hartslag laag te houden, helemaal naar onderen te ademen. De assistente vraagt lief: “Gaat het een beetje?” Ik dacht dat ik toch helemaal rustig was….. Stoer kijk ik door het gat. Het scalpeermesje komt eraan, natuurlijk. Een stofzuiger wordt langs mijn wang gehouden en ik zie borrelend rode vloeistof door het slangetje verdwijnen. Bob de Bouwer gaat in mijn kaak tekeer met een drilboor. Ik laat alles over me heenkomen en na een kleine 25 minuten sta ik weer buiten en ben 4 hechtingen rijker. It sucks!


5 juni 2007

Mistlamp

De RDW had weer een nieuwe regel voor caravanbezitters in Nederland bedacht. Was het eerst een witte kentekenplaat of een apart kentekenbewijs, nu moet er op lichte caravans een mistlamp. En het is even puzzelen hoe je die erop kunt zetten. De gaatjes voor de mistlamp zijn zó geboord. Helaas is in de stekker vanuit de auto geen “pooltje” meer vrij. Op internet is de nodige informatie te lezen hoe dit “gezellige” lampje geplaatst kan worden. We dachten het in de week voor vertrek te monteren. In de praktijk bleek dat we de avond voor vertrek nog aan de lamp moesten beginnen. Fluitje van een cent…. Nou niet dus. Voor de deur van ons huis heeft mijn man met zoonlief diverse tests uitgevoerd. Contact aan, contact uit. Lamp aan, lamp uit. Ze hadden het lumineuze idee bedacht om twee stroomdraden met elkaar te verbinden en die dan in één gaatje te doen. Dit gepruts, wat de nodige zweetdruppels met zich meebracht, herinnerde me aan het volgende. Enkele jaren geleden waren we de avond voor vertrek de caravan aan het inruimen. De klus was geklaard en we dachten naar bed te kunnen gaan. Terwijl ik  de deur in het slot draai breekt  de staaf van het security slot en blijft in de deurpost steken. Hij gaat niet meer open. Dat is handig! Voor we naar bed kunnen moeten we het probleem “slot” oplossen. Dit ongemak is ‘s nachts verholpen en ik ga ervan uit dat dit mistlampje ook wel goed komt. Maar voordat we kunnen juichen om de gelukte mistlamp is de accu leeg.... Caravan loskoppelen, aan een lieve buurman assistentie vragen en met startkabels aan de slag. Uiteindelijk is het goed gekomen. Wat zal ons volgend jaar te wachten staan?


23 april 2007

Koffiekamer opruimen? No way!

Tijdens mijn pubertijd heb ik best wel eens mijn kont tegen de krib gegooid.  Het gekke was dat je op dat moment denkt dat je volledig in je recht staat. Ik zat op zo’n typisch meisjesschool de “opleidingsschool voor kleuterleidsters”. Heel sporadisch liep er een toekomstig kleuterleider rond. Meestal hielden ze het in dat vrouwenwereldje niet lang vol. Op een dag had ik corvee. Dat hield in dat je de aula op moest ruimen én het koffiekamertje van de docenten. Dat viel mij dus te beurt. Ik liep met enige tegenzin (zwak uitgedrukt) naar de docentenkamer. Wat ik daar toch zag; een grote puinhoop van allerlei zooi. Er lagen half uitgedrukte peuken in de asbakken te smeulen want er mocht toen nog in school gerookt worden. Ook half lege yoghurtbakjes met lepels die eruit vielen als je het oppakte. Ik dacht: “Huuh, waarom moeten leerlingen die zooi opruimen?” Ik miste door de corvee een les en zo jong en strijdvaardig ik was liep ik naar de conciërge en zei “doe het zelf maar”. Ik kon niet begrijpen dat de leraren bij het verlaten van de ruimte de rommel niet in de prullenbak gooiden en de vaat op een dienblad. Voor het opruimen was meer tijd nodig. De conciërge was zo verontwaardigd door mijn besluit dat het schuim hem om de mond stond en naar de kamer van de directrice afstormde. O jee. Dat was niet slim van mij maar ik vond het heel rechtvaardig om het te zeggen. Het einde van het liedje was dat ik het toch moest doen anders werd ik geschorst…. Wat een macht, hè? Tot op de dag van vandaag vind ik het onzinnig dat mensen onnodig troep maken en het op laten ruimen door anderen. Ik krijg er een soort “Master en servant” gevoel van.


13 april 2007

Rode oogjes bijwerken

Wanneer iemand een fototoestel pakt om een mooi moment te vereeuwigen is het de vraag of ik mijn ogen open heb. Het is moeilijk mij met geopende ogen te fotograferen. Niet dat ik het moment slaapverwekkend vind en vecht tegen de slaap. Nee, precies op het moment dat iedereen goed uitgelijnd in beeld zit, de flitser afgaat, doe ik mijn ogen dicht. Ik kan er weinig aan doen. Nu is het mooie van de hedendaagse toestellen dat je even kan spieken naar de gemaakte foto. Wanneer de afbeelding door de beugel kan bewaar je hem en anders: wissen maar! Anders waren de oude camera’s uit de “vorige eeuw”. Je moest toen maar afwachten wat de fotozaak je teruggaf in het fotozakje. Als je er niet goed of niet helemaal opstond kwam je daar pas kijkend aan de toonbank van de fotozaak achter. De mislukte foto’s mocht je teruggeven en de goede rekende je af. Thuis plakte je zorgvuldig het fotoboek vol, schreef er teksten bij en plakte lege suikerzakjes en bonnetjes erbij. Dat bekijken aan de balie deed je dus alleen als het onderwerp van het ontwikkelde rolletje het toeliet. Je voelde op een of andere manier de mensen altijd starend over je schouders meekijken. Tegenwoordig bekijk je de foto eerst voor je hem opslaat. En thuis kun je de foto altijd bewerken. Want het komt wel eens voor dat mijn ogen wel open zijn maar dan rood. Dan gaan we gewoon even de “red eyes fixen”. Dit is een secuur werkje, je hebt namelijk gauw een duikbril op je hoofd als je teveel fixt. Misschien is dit de oplossing. Ik kan een donkere bril opzetten als er een foto wordt genomen? Hoef ik nooit meer te vragen: “Waren ze open of dicht?”


26 maart 2007

Onhandig?

Iedereen kent wel zo’n fase in zijn leven; de periode van onhandigheid. Niet dat je jezelf direct met Frank Spencer moet vergelijken, maar toch…Ik kan zo een paar situaties opnoemen. Ik weet nog dat ik een jaar of 20 was en naar de kapper ging. Ik houd van goed geknipte kapsels. Met m’n geknipte kop liep ik na het afrekenen, kijkend in de spiegel de winkel uit. Ik kwam tot de harde conclusie dat ze de glazen deur dicht hadden gedaan. En daar liep ik knalhard tegenaan. Iedereen keek naar me. Met de tanden nog narammelend in mijn mond liep ik de winkel uit. Of dat je een lekker broodje hebt gegeten en het servetje in je jaszak stopt. De volgende dag voel je een “nies” aan komen en je pakt snel een zakdoekje uit je zak. De kruimels van het saucijzenbroodje adem je tijdens de niesbui in en bedekt je kleding. Als ik velours behang zie denk ik aan het eerste etentje met mijn man. Ik verslikte me in een stukje groente en moest hoesten. Het stukje kon ik de hele avond zien zitten op het behang. Of als je door een grote massa mensen loopt, ik verduidelijk: naar de dansvloer loopt en je een van je schoenen tussen de mensen verliest. Mijn aanwezigheid op een reünie heeft voor een vast besluit gezorgd; ik draag nooit meer pantykousjes ook al is de rok héél lang. Die dingen zakken namelijk en als je ze dan ophijst dan blijft je rok er ter hoogte van je kuit in zitten. Dat ik niet alléén deze dingen meemaak blijkt uit de anekdote van een vroegere vriendin. Haar moeder moest naar het toilet. Ze was op een sjiek feest. Bij terugkomst in de zaal keek iedereen haar verwonderd na. Ze had een sleep toiletpapier achter haar rok hangen. Lekker charmant. Je kunt er achteraf om lachen, op het moment zelf zak je het liefst door de grond. Herkent iemand dit?


18 maart 2007

“Goede raad-Linda”

Van nature kan ik goed luisteren. Mensen vragen regelmatig wat ik zou doen in een bepaalde situatie; hún situatie dus. Vaak heb ik een tip hoe iets anders zou kunnen. Waar ik voor uit moet kijken is dat ik niet continu naar “problemen” van anderen moet luisteren en ze proberen te helpen. Dit herinnert me aan het volgende. Jaren geleden had ik zangles van een oudere dame. Elke woensdag ging ik naar haar toe om op een klassieke manier zangles te krijgen. De mevrouw had een visuele handicap en liep ook wat moeilijk. Eigenlijk vond ik de vrouw een beetje zielig. De interieurverzorgster was bij haar langs geweest en had haar gordijnen gewassen. Ik merkte het op en zei dat het een beetje kaal in haar huis was zo zonder gordijnen. Ja, de hulp kwam pas volgende week en ze moesten nog gestreken worden voor ze opgehangen konden worden. Ik stelde voor, als de les voorbij was, de gordijnen te strijken…. én op te hangen. Ze waren van een zwaar velours kwaliteit. Daar stond ik dan op mijn vrije woensdagmiddag terwijl ik het heel druk had. Eigen schuld, moet je het maar niet voorstellen.


17 februari 2007

Eerlijkheid

Tegenwoordig is de opvatting: alles wat je vindt is van jou. Ik heb daar soms wat moeite mee. Op mijn werk, de basisschool, komen dagelijks kinderen de klassen vragend rond of iemand een elastiekje kwijt is. Dat gaat me soms wat ver. Maar toegegeven, het is wel eerlijk. Mijn dochter vond op het voortgezet onderwijs regelmatig boeken, rekenmachientjes en etuis. Ze bracht het allemaal netjes naar de conciërge. Of het haar om het “loopje” ging weet ik niet. In haar examentijd vergat ze in de stresstijd haar grafische rekenmachine, de GR. Ze had het na een examen op een bankje laten liggen en was naar huis gegaan. De volgende dag kwam ze achter de vermissing, toen de school wegens een feestdag gesloten was. Het is een duur apparaat, dus baalden we er flink van. Rondbellen in haar vriendenkring bracht niet het verlossende antwoord. Ze kon van niemand een GR lenen en er zat niets anders op dan op Koopzondag een nieuw apparaat te kopen. Er moest geoefend worden en dat kon alleen maar met dat ding. De reactie van mijn dochter na de ontdekking dat er op school niets was afgegeven: “En ik breng al 6 jaar alles naar conciërge!” Ja meisje, welkom in de grote mensenwereld. Zorg ervoor dat je zelf eerlijk blijft.


5 februari 2007

Help, mijn zoon praat laag!

De kinderen worden groot. En ik kan zeggen, dat gaat heel hard! Hoe kort geleden was het dat ik nog nodig was om veters te strikken en haren onder de douche na te spoelen? Leerde je ze eerst met twee woorden spreken nu sta je uit te leggen hoe ze zelf hun band kunnen plakken, hoe ze veilig vrijen en wat al niet meer. Werd er enkele jaren geleden door je 12 jarige dochter gevraagd of ze een Breezer mocht drinken want “iedereen” mocht dat. Nu vindt ze het niet meer nodig. Al die strijd van toen voor niets. Dan vraagt je zoon iets met een stem die niet meer lijkt op die van het kleine mannetje! Help, mijn zoon praat laag! Leuk voor hem, hij wordt groot. Maar dat betekent tegelijkertijd dat ik ouder word. Het is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je kinderen kunnen niet wachten tot ze volwassen zijn. Jijzelf probeert met “ouwegebouwencrême” enigszins de sporen van de ouderdom tegen te houden. Nu, ik houd me voor, alles heeft zijn charme. Al moet ik er wel aan wennen, hoor! We hebben dit jaar de eerste oudejaarsavond als incompleet gezin gevierd. “Gelukkig Nieuwjaar, mam! Ik ben er toch door gekomen. Alle lijnen waren bezet”. Dit zal wel vaker gebeuren en het zal vast wennen. Maar ik herken in mezelf dezelfde moederkloek die mijn moeder vroeger was. In 2007 probeer ik alle voornemens uit te voeren. Ik laat nog even in het midden wat die voornemens zijn! Mijn kinderen lezen de columns namelijk ook….


29 januari 2007

Live your life the way you want

“Waarom heb je altijd zwarte kleren aan?” vroeg iemand laatst aan me. Ja, waarom heb ik dat. Ik vind zwart een mooie kleur, het staat me goed, het kleedt af. Er zijn zoveel redenen te noemen waarom iemand zich kleedt zoals ik. Er volgde een gesprek over vooroordelen en nog meer “onzin” van de kant van de “inbrenger”. Zelf heb ik nog nooit gemerkt dat mensen bij het zien van mijn voorkomen een uitgesproken mening of vooroordeel hebben. Ik zie genoeg mensen in mijn omgeving die nauwelijks opvallen en als een grijze muis door het leven gaan. Daar heb ik ook geen oordelen over.  Helaas voor die mensen is mijn “stylo” zwart. Ik ga op internet zoeken naar de kleurbetekenis. Ik vind al snel een uitleg. Dit staat er over de kleur geschreven. “Zwart: Bescherming voor krachten van buitenaf. Bij zwart wordt vaak aan negatieve zaken gedacht, wat allesbehalve waar is. Zwart heeft te maken met geheimzinnigheid, een eigen wereld waarin waarheden opgeslagen liggen die men voor zichzelf wil houden. Zwart heeft niets te maken met negatieve krachten, of een slecht karakter. Zwart wil niets anders zeggen dan een tint waar alle kleuren uit zijn en waar men in principe alle kanten mee uit kan. Omdat kleuren en nuances toegevoegd kunnen worden, al naar gelang men dat zelf wil. Een erg neutraal iets dus en vrij anoniem”. Ik geloof dat dit genoeg zegt. Ik laat niet altijd het achterste van mijn tong zien. Ik ben op creatief gebied bezig mijn leven gestalte te geven en daar kan ik alle kanten mee op. Dat doe ik graag. En mensen zoals de titel spreekt: “Live your life the way you want”. Voor je het weet is je leven voorbij. Volgens een wijze uitspraak van mijn ouders krijg je meer spijt van de dingen die je wilde en niet hebt gedaan dan de dingen die je wel doet.


18 januari 2007

Kaakchirurg

En zo ga ik, na een jaar aan één kant van mijn gebit te hebben gekauwd, naar de kaakchirurg. In Gouda kan ik het snelst terecht. Na de aanmelding bij de receptie ga ik de wachtkamer binnen. Oei, daar zitten veel mensen te wachten! Ik kijk om me heen en zie starre, bange gezichten weggekropen onder opgestoken kragen. Je gaat je jas natuurlijk niet uit doen als je ergens bent waar je eigenlijk niet wilt zijn. Ik wel. Ik hang mijn jas aan de kapstok. Ik ben immers, het klinkt bizar, blij dat ik naar de kaakchirurg mag! Ben ik eindelijk van die vervelende ontsteking af. Er worden verschillende mensen naar binnen geroepen en komen in rap tempo weer terug de wachtkamer in. Ik denk dat die eerst een prik hebben gekregen. Ik fluister zacht tegen mijn moeder: “Ze wachten tot je begint te kwijlen, dan word je weer teruggeroepen”. Dan komt er een vrouw huilend uit de behandelkamer. Ik ben wel stoer maar dat is geen leuk gezicht. Ondertussen kruipen de wijzers van de klok traag door. Twee maal is de gehele wachtkamer met nieuwe patiënten gevuld maar voor mij klinkt nog steeds niet de verlossende oproep. Zal ik eens vragen of ze me vergeten zijn? De administratieve hulp hangt over balie met een ander te kletsen. Ik ga erachter staan maar er komt geen reactie. Dan probeer ik of er naast kan komen. Yes, ik ben in beeld. De chirurg loopt wat uit. Na enkele minuten kan ik naar binnen. Mijn moeder blijft in de wachtkamer achter. De man bekijkt de foto’s en zegt:“O, ik zie het al, we gaan de puntjes van de wortels van het kiesje verwijderen”. Ik had dit als waarschuwing moeten beschouwen. Er zouden sirenes en knippersignalen moeten gaan branden bij deze opmerking. Want wie praat er nou zo tegen een “oudere” vrouw? “Heeft u er last van?” Ik durfde geen nee te zeggen. Er volgden een flink aantal prikken dat een vieze smaak veroorzaakte in mijn mond. Ik wilde mijn mond spoelen, bang dat de verdoving bij doorslikken van alles en nog wat verdoofde. Er werd een operatiekleed over me heen gelegd en daar stak alleen mijn neus en mond door. Met mijn ogen kon ik onder het randje doorkijken. “U mag er niets van voelen, mevrouw. Als het te weinig is, geef dan even een seintje”. Mijn hart klopte in mijn keel, ik had het gevoel dat het geklop in de stoel te voelen was. Nadat m’n tong en wang als een onbekend stuk van mijn gezicht aanvoelde, kwam het mesje erbij en het sneetje erin. Ik ademde naar mijn bekkenbodem toe en moest toegeven; ik voelde niets. Daarna hoor je in je hoofd alsof je op een bouwerij staat. Dat duurde zo’n 25 minuten. Specie erin, even laten drogen en dan hechten. Ik tel 5 knopen. Met een uitgerekte mond loop ik naar mijn moeder toe en we lopen richting parkeerterrein. Op weg naar huis rijden we voor medicijnen naar de apotheek. Iedereen spreekt over een dag of twee pijn en dan weer over. Mis, dus. Ik zie eruit als de “Klokkenluider”, maar heb de bult ergens anders. Wanneer ik buk heb ik het gevoel dat mijn kaak uit elkaar barst. Ik proef bloed in mijn mond en denk: het zal wel.


11 januari 2007

Uitlaat doorblazen..

Ik kreeg de oude Simca van mijn ouders toen ik net mijn rijbewijs had gehaald. We planden een overtocht naar Engeland. Het was goedkoop via Oostende naar Sheerness te varen. Mijn reisgenoot, nu mijn echtgenoot, reed het eerste stuk naar Oostende en ik wees de weg. Omdat we altijd in de stad korte stukjes reden moest er volgens mijn man even flink op de staart getrapt worden. Waarom? Omdat de uitlaat dan schoon geblazen zou worden. Oké, ik ben niet zo technisch en vond het wel best. We reden de “buik” van de boot binnen en verlieten de auto. Gezellig gingen we op het dakterras zitten en genoten in de buitenlucht van de zon. Na enkele uren naderden we de kalkrotsen en gingen met de auto aan land. Omdat het zo’n lekker weer was stonden de ramen open. De wind blies door onze haren. Er klonk een zwaar geluid. Waren wij dat of stond er een vrachtwagen achter ons te ronken? “Leon, wat klinkt die auto raar….” Omdat we dachten dat het overmatige geluid door de open ramen kwam, deden we ze dicht. Het scheelde iets maar toch was het geluid anders dan anders. We vertrouwden het niet en gingen nadat we gesetteld waren naar een garagebedrijf waar ze vaststelden dat de motor was opgeblazen. Repareren zou betekenen dat het hele motorblok eruit moest. “Are you going to Lands End? It will make it to there, but you will not come back with this car”. We vervolgden onze reis met een gehuurde auto.


27 december 2006

Drol in toilet

In de donkere dagen voor de kerst was het een beetje druk in de kleuterklas. De kinderen waren moe en dat gold ook enigszins voor de juf. Een meisje dat naar de wc was gegaan kwam terug met de mededeling dat er een drol in de wc lag. Ik vroeg meteen “wie is er voor het laatst naar het toilet gegaan?” Ik stak een wijze les af over het doortrekken na een grote boodschap en de kinderen knikten begrijpend. Het meisje dat de opmerking plaatste trok een wenkbrauw op maar de betekenis had ik niet direct door. We gingen door met de les en na een tijdje kwam de volgende leerling zeggen dat er een drol in de wc lag. “Is er nog niet doorgetrokken? Doortrekken jongens!” Toen ik met de kinderen de school uitliep om ze naar huis te sturen moest er nog even één kind terug naar binnen om naar de wc te gaan. Deze jongen kreeg de schrik van zijn leven toen na de spoelbeurt het water zo hoog steeg dat het over de wc rand spoelde en door de gang stroomde. Ik werd geroepen en wat zag ik daar? Er lag een rol in het toilet!


21 december 2006

Help, hoe kom ik terug?!

Als ik een yoga oefening doe en ik moet me ontspannen dan gebeurt het wel eens dat ik veel te los van mijn lichaam kom. Ik luister naar de natuurgeluiden en de rustige stem van de persoon die de yogales geeft. Ik val dan in een heel diepe slaap. Ik hoor van alles en ik zie mezelf dan liggen. Het is een heel vrij gevoel. Het gevoel kent geen grenzen. Nou dat klinkt lekkerder dan het is. Het enge begint pas als de oefening bijna klaar is. De yoga juf zegt dat je weer langzaam wakker mag worden. Maar dat is juist het probleem! Ik word er paniekerig van. Ik zie mezelf liggen, maar hoe kom ik weer in mijn lichaam terug? Ik kan me helemaal niet bewegen zoals ik de lerares hoor zeggen. Ik ben wel wakker maar ik ben er eigenlijk nog niet. Heel geconcentreerd moet ik dan denken aan mezelf. Langzaamaan krijg ik controle over mijn ledematen en kan ik me weer bewegen. Ik voel me erna nooit lekker. Ik ben supermoe, het licht ziet er anders uit en mijn hart klopt in m’n keel. Een heel aparte gewaarwording.


14 december 2006

Santé!

In onze tienerjaren was Frankrijk een gewild vakantieland. We hadden met onze weekendbaantjes het benodigde bedrag bij elkaar gespaard voor een campingreis naar Lacanau Ocean in Frankrijk. De reis bestond uit een retourtje met de trein en gebruik van tent op een camping aan de kust. Met een primus kookten we ons potje want geld om uit eten te gaan hadden we niet. We kochten alles in de supermarkt. Tijdens een bezoek aan een grote stad kwam een zielige man naar ons toe. Hij had een kartonnen bord voor zich en liet ons dat lezen. De man trok er een heel zielig gezicht bij. We begrepen uit de tekst dat hij uit de gevangenis kwam en nu niet voor zijn gezin kon zorgen. Hij had er wat fotootjes bij geplakt. Ja, dat vonden wij als 17 jarigen ook wel zielig. Tenslotte verkeerden wij in de luxe positie op vakantie naar het buitenland te kunnen gaan. We voldeden aan zijn verzoek enkele francs te doneren. Toen we ’s avonds langs de terrasjes liepen, waar wij niet gingen zitten, zagen we de “bedelaar”. Hij zat op terrasje met biertje in zijn hand, herkende ons en riep met geheven glas: Santé!

8 december 2006

Een auto op je tuinbankje?

Op een vroege herfstmorgen werden de automobilisten die naar hun werk gingen verrast door rijp op de voorruiten van hun auto. Er werd driftig gekrabd en ook de buurvrouw die bij ons aan de overkant woonde zocht naar haar ijskrabbertje. Door een medekrabber werd zij echter op het idee gebracht de verwarming in de auto vast aan te zetten. Dan ging het allemaal veel sneller. Mijn dochter stond beneden voor het keukenraam met haar vriendin te telefoneren. De buurvrouw deed de deur open en zette het contact aan voor de verwarming. Waar ze echter niet aan dacht was dat het sleuteltje niet zo ver rondgedraaid moet worden en dat de auto in zijn “vrij” moet staan. Je raadt al wat er gebeurde; de auto werd onbedoeld gestart en stond ook nog in zijn achteruit. Zo zag mijn dochter vanuit de keuken de auto achteruit naar haar toe rijden. Door de autodeur werd de vrouw tegen de grond geslingerd en reed de auto over haar beide benen heen….De auto rolde stoer door en trotseerde de stoeprand, de betonnen paaltjes en de grote lavarotsen in onze voortuin en kwam tot stilstand op ons tuinbankje. Een heel verhaal, dus. De politie en ambulance werden gebeld. De buurvrouw was wat ongerust over haar sleutels. Mijn zoon was toen een jaar of zes en dacht dat de vrouw de autosleutels bedoelde. Toen ik met mijn ogen knipperde stond hij naast de auto over de stoel gebogen om de sleutels eruit te halen. Stop! Af blijven en hier komen! Het was goedbedoeld van mijn kleine mannetje. Maar ik was bang dat hij ook per ongeluk de auto zou starten en dan hadden we de auto op ons aanrecht gehad.


29 november 2006

Tesco; 40 kassa’s en allemaal gesloten

Wie herkent het gevoel van haasten en nog eens haasten? Diegene staat vast wel eens gestrest in de rij te hinken van het ene been op de andere. Ook al worden de winkels steeds groter, het onnodig wachten duurt, voor de ongeduldige onder ons, nog altijd te lang. Ga dan op vakantie naar het “rustige” oosten van Europa. Daar hebben de mensen nog tijd voor een praatje met elkaar als ze een “onsje worst” bestellen. Er staat niemand in de rij onrustig met zijn winkelwagen te wiebelen. Het is voor ons druktemakers altijd even wennen aan dit tempo. Maar ook in Oost-Europa gaat de tijd verder. Er rijzen enorme shopping-malls uit de grond. Zo kwamen we bij de Tesco, een super warenhuis met van alles te koop. Er waren maar liefst 40 kassa’s en de winkel was non-stop geopend. Er wordt door de locale bevolking gretig gebruik van gemaakt. Zeker door de zwervers die, de hele nacht door, goedkope biertjes kopen. Het bier raakt nooit op, je kunt het tenslotte de hele nacht kopen… Rond de ingang en op de parkeerterreinen zitten hele groepen zich het delirium te drinken. Toen wij er om 23:00 uur ’s avonds inkopen deden voor een late barbecue stonden we netjes in de rij bij een van de kassa’s. We vonden het logisch dat er op dit tijdstip slechts één geopend was. Onze aandacht werd getrokken door een persoon voor ons in de rij die zijn winkelwagen een flinke duw gaf en mopperend de winkel verliet. Wat was er aan de hand? De wagen tolde nog wat in het rond. De diepgevroren kippen en andere niet lang houdbare artikelen ten spijt. De kassamedewerkster had namelijk pauze, sloot de kassa en vertrok richting koffiekamer…. De bewakingsdienst werd ingezet en liep alle 40 kassa’s langs om ze af te slaan. Toen liep de man weer naar de eerste kassa om vandaar bij alle kassa’s de bonnetjes af te scheuren. Hoe is het mogelijk dat in een land dat grote multinational bedrijven start, de relaxedheid blijft? De mevrouw liet zich niet gek maken door gemopper. De overige personen in de rij wachtten geduldig af. Dat deden wij dus ook, kun je dat voorstellen hier in Nederland? Ik was verbaasd over mezelf.


16 november 2006

Verkeerde fysio

Ik was een tijd geleden voor een korte tijd onder behandeling van een fysiotherapeut in het gezondheidscentrum. Een paar maanden later kreeg ik met de auto een aanrijding. De achterkant van de auto zat in elkaar en ik had flink last van mijn nek. Via mijn werkgever werd ik naar fysiotherapie gestuurd. Ik moest me door een therapeut laten behandelen die verbonden was aan de instantie waar ik werk, een andere dus. Vóór de afspraak van de behandeling van m’n nek ging ik nog even naar de apotheek in het gezondheidscentrum. Er stond een lange rij voor de balie en ik stapte uit de rij wegens tijdgebrek. Mijn “oude” therapeut had in dat centrum zijn praktijk en ik dacht het nog net te redden qua tijd. In de wachtkamer zat een bejaarde dame. Ze schrok dat ik bij dezelfde fysiotherapeut op hetzelfde uur moest zijn als zijzelf. “Ben ik nou weer op de verkeerde tijd, vroeg ze zich vertwijfeld af?” “Ja, het is toch wat, als je ouder wordt”, dacht ik in mezelf. Ik werd binnengeroepen, de therapeut keek wat vreemd op. Terwijl ik de kamer binnenliep merkte ik op dat de massagetafel aan de andere kant van de kamer stond…. Een schok ging door me heen. Ik zat bij de verkeerde fysiotherapeut! De oude dame was helemaal niet in de war! Ik was zelf malende! Ik heb me verontschuldigd, na duizend maal sorry te hebben gezegd verliet ik de behandelkamer. Ik was nog net op tijd op het goede adres.


1 november 2006

Zolen (2)

Toen ik een giechelende puber van 16 jaar was, werkte ik in een drogisterij annex parfumerie in een groot winkelcentrum. Er kwamen mensen met allerlei vragen aan de balie. De een wilde informatie over de best passende kleur haarverf en de ander kocht een simpel nagelschaartje. Leuk waren de momenten als er door verlegen mensen om condooms werd gevraagd. Vaak stonden ze met hoogrode konen te murmelen voor de toonbank. Anders was het met de knorrige mevrouw. Zij kwam de ene zaterdag langs om geurvreters te kopen en de andere dag wilde ze de inlegkruisjes van het merk Kotex. Het was opvallend dat ze beide woorden niet uit wilde spreken en er omheen draaide. Als ze vroeg om “zooltjes” dan stelde wij de wedervraag “U bedoelt geurvreters, mevrouw?”. De arme dame liep dan rood aan en siste: “Nee, ik wil zooltjes!” U bedoelt inlegkruisjes? Wanneer de persoon met het goede artikel de winkel verliet, liepen bij ons de tranen over de wangen. Het gebeurde regelmatig dat ik spierpijn van het lachen had. Je zal als klant maar door zo’n puber worden geholpen!


22 oktober 2006

Zooltjes (1)

Om van het vervelende gevoel in mijn voet af te komen heb ik een afspraak bij een podoloog gemaakt. Dat is een specialist die inlegzolen maakt bij problematische voeten. Een soort voetzoeker en wat hocus-pocus, naar mijn idee. Bij binnenkomst in de benauwde wachtkamer kon ik de man al horen praten in de behandelruimte. Iedereen kon volgen wat er met de voeten van de patiënt aan de hand was. Ik hoorde dat de persoon in kwestie één korter been had dan het andere. “Jee, dat is lastig”, dacht ik. Een mevrouw die naast mij zat, liet spontaan haar zooltjes zien en vroeg of ik ze ook al had. Ik antwoordde ontkennend. De vrouw van de zooltjes vertelde dat haar ene been iets in lengte verschilde met het andere been. Nee, ik had last van een spier onder mijn voet. Er gingen bij mij nog geen belletjes rinkelen. Toen ik aan de beurt was en naar binnen werd geroepen, legde ik kort het probleem uit. “Hmm, ja, doet u de schoenen maar even uit. Loopt u eens heen en weer. Ja, de broekspijpen moeten omhoog”. De man wist mij in korte tijd uit te leggen dat het probleem werd veroorzaakt door één been dat iets langer was……Zo eigenwijs als ik ben vroeg ik hoe hij dat zo snel kon zien? “Ja, mevrouw minimaal 7 millimeter!” Of ik geen last van mijn rug en knieën had? “Nee, alleen van dat spiertje onder mijn voet, meneer….” Mijn voeten werden gescand en met een computerprogramma werd een aangepast zooltje gemaakt. Ik vroeg of de meneer ook halve zolen maakte. Hij keek me vreemd aan…….. “Laat maar”, zei ik nog. Misschien een freudiaanse verspreking?


19 oktober 2006

Gekookt eitje

Voor de voorjaarsvakantie boekten we een reis naar Oostenrijk om te langlaufen in de sneeuw. Het is elk jaar weer een feest om een week lang verwend te worden. De hele dag ploeteren door de sneeuw en dan lekker, rond etenstijd, aanschuiven aan een mooi gedekte tafel. Je hoeft niet na te denken hoe je ergens komt en wat je eet. Het wordt allemaal geregeld. Dit jaar was de keus op de menukaart echter minimaal. Waar de avond tevoren niet veel van geconsumeerd was, werd in de salade van de volgende dag verwerkt. Zo kwam het dat we de hele week rijst met doperwten in de saladebar tegenkwamen. Maar een dag sloffen door de sneeuw maakt hongerig en moe. Het zou je een worst wezen wat de pot schaft. Het ontbijt in de vroege ochtend met verse broodjes maakte weer een hoop goed. We konden er weer een dag tegenaan. Maar waar waren de gekookte eieren? Eenmaal terug in Nederland hoorden we op het journaal dat in de streek, waar wij precies vakantie vierden, de vogelgriep ontdekt was. Hadden we daarom geen gekookt eitje bij het ontbijt?


27 september 2006

Dronken voor Mc Donalds

Tijdens onze vakantie in Slowakije bezochten we op een avond de wereldstad Bratislava. De gezellige straten in het centrum waren bezaaid met terrasjes. Waar overdag de luxueuze winkels hun waar in de etalages toonden, stonden ’s avonds de bistro tafeltjes met parasols. Midden in het centrum lag een grote Mc Donalds. Hier gingen we op het terras een kopje koffie drinken. Het is leuk om de langslopende mensen te bekijken. Toen ons kopje koffie bijna op was hoorden we verontwaardigd geschreeuw. We keken op in de richting van het geluid. We zagen een dronken man die door de manager van Mc Donalds naar buiten werd gebonjourd. De man wilde naar het toilet maar mocht niet naar binnen. Waarschijnlijk was het een bekende en heeft hij in het verleden zijn sporen in de WC achtergelaten. Ik kan best begrijpen dat een manager niet dolenthousiast is bij het binnenkomen van een dronkaard. Tot grote ontsteltenis van de aanwezigen op het terras begon de beschonken man voor de ingang te plassen. Er kwam geen eind aan die straal…. Ik weet niet wat beter was geweest, gewoon binnen plassen of er een zooitje buiten van maken. Wat ik aan het eind van deze actie niet helemaal begrijp is het volgende. Als je zo proper bent binnen je bedrijf, deze properheid zich beperkt tot het voorportaal. Beter zou het zijn geweest wanneer de manager een grote emmer water over de rijkelijke boodschap van de verstoten toilet ganger had gegooid. Nu liep de menigte door de vieze nattigheid. De mensen die in de directe nabijheid van de man liepen maakten een grote bocht. Maar de vele toeristen die niet echt getuigen waren van dit sanitaire probleem liepen er gewoon doorheen. Lekker frissss.


6 september 2006

Ik ben iets kwijt

Voor het tweede jaar starten we de vakantie met z’n drieën. Mijn dochter gaat met haar vriendje en zijn ouders naar Frankrijk. Tegelijkertijd vertrekken wij naar onze vakantiebestemming. Na twee weken voegen ze zich bij ons. Het is vreemd om met een incompleet gezin de vakantie in te gaan. Ja, de kinderen worden groot… Voor je gevoel ben je als “ouder” nog “jong”. Sommige mensen staan te popelen om zonder de kinderen op vakantie te gaan. Ik ervaar het als een groot gemis. Vakantie vieren is in ons gezin iets wat je met elkaar doet, iets heel hechts. Je bent in een ver land op elkaar aangewezen, je doet dingen samen. Het hele jaar zit je aan schema’s vast, eet je niet altijd gezamenlijk. Gelukkig hebben we een heel lieve zoon die nog wel met ons mee gaat. Het is een gezellige vent die de wereld wil bekijken en alles wil weten. De eerste week van de vakantie word ik ‘s morgens wakker met een licht paniekerig gevoel. “Ik ben iets kwijt”, is mijn eerste gedachte. Ik kijk op de plek waar de sleutels liggen en mijn tas met paspoort. Ik ben niets kwijt, stel ik vast. Gelukkig. Maar waarom komt dit gevoel dan elke keer als ik ontwaak terug? Na een tijdje kom ik achter de betekenis. Ik ben niets materieels kwijt maar ik mis mijn dochter. In mijn droom ben ik niet in harmonie, er ontbreekt iets. De gedachte dat ze over een week weer gezellig bij ons is maakt mij tijdens het ontwaken een stuk geruster.


19 augustus 2006

Slagroomspuit

We zaten met het gezin in een restaurant aan tafel. We maakten grapjes  over wat er allemaal met het eten bereiden in de keuken kon gebeuren. We hadden op de tv wel eens programma’s met verborgen camera’s gezien. We gaan jaarlijks op vakantie naar landen in Oost Europa. Dat betekent dat je elke avond uit eten gaat. In Cheb, een stad net over de grens in Tsjechië, staat ons favoriete restaurant. Je kunt er heerlijk op een koele, overdekte veranda eten. Voor de veranda ligt een soort grasveld op een binnenplaatsje. Voor de allerkleinsten is er een zandbak om te spelen. De veranda kijkt uit op de achterkant van de architectonische woningen. Je kunt er zo de keuken in kijken. Op een avond na een lange dag zonnebaden en boeken lezen, gingen we er weer eten. De pivo (bier) was op temperatuur en smaakte prima. We kozen ons lievelingsgerecht en de kinderen hadden na afloop zin in een dessert. Nu had ik al verteld over het uitzicht op de keuken. Terwijl we zaten te wachten op de desserts zag ik de ober bezig met het bereiden van het toetje. Hij nam de slagroomspuit ter hand en….zette ‘m eerst aan zijn mond! Ik was de enige die het gezien had en ik wist niet wat me overkwam! Moest ik het zeggen of liet ik het maar zo? Tenslotte weet je nooit wat er met je eten gebeurde in de keuken. Maar dit was zo opvallend dat ik er niet omheen kon. De man had mij ook vanuit het keukenraam in de gaten. Er werd tegen hem gefoeterd door de andere keukenhulpen en ik denk dat er andere toetjes zijn gemaakt. Ten minste dat hoop ik…


1 juli 2006

Maak jij de deuren af?

Dat we door ons behoudende karakter geen vernieuwers in ons huis zijn klinkt geloofwaardig. Toch komt het ook door ons drukke leven. Mijn man heeft een drukke baan, is thuis veel voor zijn werk bezig. Een nieuw behangetje op de muur laat ook om die reden op zich wachten. De wil is er wel, maar het ontbreekt duidelijk aan tijd. We hebben veel humor en we geven elkaar graag de schuld. Zo waren de spullen om een leidinkje te verleggen ingekocht en het project was al enigszins gestart. Om een of andere reden waren de spullen weer in een tasje verdwenen en de actie tot een nader te bepalen tijdstip verdaagd. Ik ken mijn man en meestal komt het wel goed. Er is altijd een reden dat een plan even terzijde wordt geschoven. Om het goede voorbeeld te geven ben ik aan de deuren begonnen die we toen we 12 jaar geleden dit huis kochten wilden vervangen. Je weet wel met van die koloniale deuren. Ze stonden al enkele jaren opgeslagen en ik dacht: “Kom”. Na veel geschuur en geverf naderde een verjaardag van een van onze kinderen. Het was handig de deuren weer in de sponning te zetten. Nog niet helemaal afgelakt pronkten we met de deuren. Het koperen beslag werd nog niet afgemonteerd want dat zou er in die week weer afmoeten… Het is, als ik reken, al enkele weken geleden dat ik gestopt ben met de kwast. Mijn man zegt om mij aan te sporen gekscherend: Lin, maak jij de deuren af, dan kan ik ook weer verder”. Ja, ja!


18 juni 2006

Ezeltjestocht door de bergen

Op 15-jarige leeftijd ging ik met mijn ouders, zus en opa en oma naar Spanje. We zaten in een luxe appartement en het was gezellig met opa en oma erbij. Vanaf ons balkon konden we de zee zien. Beneden hadden de gasten de beschikking over een zwembad. Elke ochtend en avond kwam er een mannetje langs om met een soort stofzuiger de algen en andere viezigheid van de bodem van het zwembad te zuigen. Zongebruind bedachten we ’s avonds plannen voor de volgende dag. Er stond een excursie naar een Sangria boerderij gepland. We zouden op een ezeltje door de bergen rijden. Het was een spannende tocht langs smalle paadjes in de brandende zon. Zielig eigenlijk voor die ezels. Na een tijd kwamen we aan bij de boerderij en daar werden we gastvrij ontvangen. Er werd een zak boven je mond gehouden en dan werd de Sangria in je mond gegoten. Leuk voor de locals; toeristen die niet wisten hoe ziek je daar op het middaguur van kon worden. “Mam, mag ik dat ook?” Een klein beetje dan, maar doe op tijd je mond dicht, anders word je er ziek van. Nou dat was dus het moeilijke. De groep was groot en het was voor mijn ouders moeilijk om in de gaten te houden hoe vaak ik een slok had genomen. In de hete zon vertrokken we weer richting appartement. En ik was ziek. Menige bezoeker stapte aan de ene kant op de ezel om er aan de andere kant weer af te vallen. Sangria; brr!


4 juni 2006

Kijk voor je, als je rijdt

Negentien was ik en de trotse eigenaar van een Simca 1100. Om de kosten te spreiden hadden mijn vriend en ik om de week de auto. We deelden de verzekeringspremie en de benzinekosten. Ik ging, met mijn vriendin, een dag naar het centrum van Den Haag, lekker shoppen. We stonden in de file en stapvoets reed ik verder. Tijd om te kletsen. Ik keek tijdens het gesprek naar opzij en zag de stoppende auto voor me niet. Boem, daar zat ik tegenaan. Gelukkig trok ik net op. De bumper van de auto voor mij was licht gedeukt. We wisselden gegevens uit en ik reed naar huis. De man zou ’s avonds bij mijn ouderlijk huis langskomen en we zouden het schadeformulier invullen. Onderweg moest ik nog ergens heen. De man belde wat eerder dan de afgesproken tijd aan bij mijn ouders, die nog van niets wisten. In onze straat stond nog zo’n mooie gifgroene Simca. De bestuurder van de auto vertelde van de schade en mijn ouders reageerden verbaasd. Maar daar staat haar auto? Nee hoor, die is niet van mijn dochter. De man dacht dat hij in de maling werd genomen. Net voordat de man de schade aan de gifgroene auto wilde bewijzen kwam ik thuis. Ja, dat is ze, zij is tegen mijn bumper gereden! We regelden de papieren en ik beloofde mijn ouders vooruit te blijven kijken, ook in de file.


29 mei 2006

Tommies laatste piepje

Tommie, onze cavia, werd jarenlang door onze dochter, in een oude kinderwagen rondgereden. In de straat woonde een meisje met eenzelfde beest en samen zaten de beesten erin. In de zomer hield Tommie ons gras in de tuin kort. Tommie heeft in huis gestaan totdat een van de kinderen er allergisch voor werd. Toen kreeg Tommie een mooi hok in de tuin. Op een ochtend was Tommie een beetje stil. We gingen naar de dierenarts en daar werd vastgesteld dat Tommie een verlamming in zijn poeperd had. We moesten hem helpen met het “ontlasten”. Dat is een niet zo lekker klusje, kan ik zeggen. Zo heeft Tommie nog enkele seizoenen in de tuin doorgebracht. Op een ochtend was hij omgevallen, hij lag op zijn zijkant in zijn hok. Dat is niet een normale houding voor een cavia. Onze zoon bracht hem zijn voer en was erg verdrietig. We moesten ermee naar de dierenarts en dat kon volgens hem niet wachten tot vanmiddag. Achteraf kreeg hij daar gelijk in. We gingen dus gelijk naar de dierendokter. Ik had die dag geen auto, dus ging Tommie in een doek in een schoenendoos in het fietsmandje. Terwijl we in de wachtkamer zaten, werd het beestje erg levendig en begon op de schoot van mijn zoon knorren. We legden hem op de onderzoekstafel en de dierenarts stelde na het beluisteren met de stethoscoop vast dat hij overleden was. Ah, we hebben samen staan huilen, wat zielig. “Wilt u ‘m meenemen?” Dit werd gevraagd toen we met het beestje langs de balie liepen. Ja, we begraven hem in de tuin. Dat is dan 12,50 euro…….


20 mei 2006

Voor mezelf buitengesloten

Mijn auto is beveiligd tegen diefstal omdat ik een startonderbreker heb laten plaatsen. Erg handig, zo kan geen enkele onverlaat er met mijn auto vandoor. Nu is het wel zo dat je ook jezelf kunt buitensluiten. Ik was laatst met mijn auto naar mijn werk. In de pauze zou ik enkele boodschappen doen. Door tijdgebrek kwam er niets van. Ik wilde om half 5 onverrichte zaken naar huis gaan. Toen ik bij de auto stond kwam ik erachter dat het apparaatje van de startonderbreker aan mijn sleutelbos uit elkaar was gevallen. Het meest belangrijke deel om de onderbreking op te heffen was verdwenen. Mijn man heeft, heel handig, ook zo’n ding aan zijn sleutelbos. Alleen is hij op dit moment aan de andere kant van de wereld. Hij is namelijk op zakenreis in Australië. Dus opgelost is dit probleempje niet a la minuut. Ik ben teruggelopen en heb het hele terrein doorzocht en het gebouw uitgeplozen. Ik zou vast en zeker dat ding terugvinden. Niet wetende waar ik precies naar zocht heb ik nog enkele collega’s meegekregen tijdens de zoektocht. Na drie kwartier vond ik het ding in de deurbak van mijn auto.


9 mei 2006

Rustig he?

We hadden ze te pakken! Kaartjes voor een optreden van popband The Eurythmics. We hadden er veel moeite voor gedaan. Moeite betekende in dit geval; lang in de rij staan om de felbegeerde kaartjes te bemachtigen voor een hoop geld. We hadden oppas voor de kinderen geregeld. Als vanouds een diner met kaarslicht met zijn tweetjes en daarna naar Ahoy, Rotterdam. We hadden er helemaal zin in. We gingen bijtijds met de auto naar Rotterdam en konden best gemakkelijk een parkeerplekje vinden. Hierbij had al een lichtje moeten gaan branden. We parkeerden de auto en liepen naar Ahoy. Wat is het rustig, hè? Hoe dichter we het gebouw naderden, hoe meer we twijfelden. We keken op de kaarten voor de datum. Dit klopte. Bij de kassa vertelde ze dat Annie Lennox bronchitis had en het concert was afgezegd. Nou dat was een tegenvaller! We zijn toen op het laatste moment een bioscoop ingestapt en zaten op plaatsje “nekkramp” naar een of andere domme film te kijken die geen indruk op me gemaakt heeft. Ik kan me niet herinneren welke film het was.


3 mei 2006

Kan ik even bij je uitpuffen?

Met mijn 37 weken zwangere buik ga ik als een “witte tornado” door het huis. Alles gaat wat langzamer, de tornado neemt in snelheid af en de buik groeit gestaag door. Ik doe wat huishoudelijk werk in de tijd dat mijn dochter naar de peuterschool gaat. Ik spreek over 16 jaar geleden. Jee, wat gaat de tijd hard! Ik loop met een emmertje sop alle plekken in het huis af die volgens mijn nesteldrang nodig aan een beurt toe zijn. Als ik even opschiet is alles af en kan ik mijn dochter ophalen. De rest van de dag kunnen we samen leuke dingen doen. Dan gaat de bel. Er staat een “medehoogzwangere” voor de deur. “Kan ik een kopje thee van je krijgen?” Ik moest er even tussenuit hoor, kan er niet meer tegen! “Natuurlijk, kom erin”, zeg ik nog, met een schuine blik op de klok. Ik zet mijn emmertje aan de kant. Terwijl het grote lichaam neerploft op mijn bankstel, vraag ik bezorgd wáár ze niet meer tegen kan….   Mijn hele huis wordt gedaan door mijn schoonouders, lief hè? Ik kon het niet meer aanzien, dus dacht ik: Ik ga even bij Linda een kopje thee drinken….. Welja, Linda zet alles wel aan de kant, hoor. Dat deze vriendschap niet lang stand hield laat zich raden.


27 april 2006

GPS biedt uitkomst

Ik behoor tot de groep mensen met een zeer slecht oriëntatievermogen. Vraag mij nooit de weg, ik stuur je steevast de tegengestelde richting op. Dat dit wel eens leidt tot gemorrel tussen mijn man en mij laat zich raden. Mijn man bezit namelijk een oriëntatievermogen die hem feilloos van punt A naar het meest afgelegen punt B brengt. Hij kijkt naar de zon, voelt aan zijn theewater en zegt, “We moeten die kant op”. Ik, zo eigenwijs als maar kan, breng daar tegen in dat we juist de andere kant op moeten. Het erge is, dat ik er van overtuigd ben. Als ik een volgzaam type zou zijn, zou ik mijn man gewoon moeten volgen. Gezien de missers in het verleden me niet met de route moeten bemoeien. We houden allebei van wandelen, maar hebben een hekel aan cirkeltjes lopen. Gezien mijn aanwijzingen tijdens de wandeling kwamen we regelmatig dezelfde boom, hekje of koe tegen. Een GPS, zo klein als een mobieltje, laat zien waar je precies op aarde bent. Je kunt een gemarkeerde route achterlaten op een klein beeldschermpje. Zo ben je zeker van de goede weg terug. Perfect voor mij, zeker wanneer het gaat over het maken van ongemarkeerde wandelingen in natuurreservaten in Slowakije en Polen. Tevens een leuk stukje techniek voor mijn man. En je bent voor donker weer thuis!


23 april 2006

Hond uitlaten

Toen ik klein was hadden we een hond; Rakker. Rakker was een bastaard, een kruising tussen een boxer en herdershond? We wisten het niet precies. Hij was lief, had volgens mij ADHD en was een beetje sullig. Regelmatig liep je met de hond voor schut over straat. Als hij oorontsteking had kreeg hij van de dierenarts een soort lampenkap om zijn nek. Zo kon hij niet met zijn kop schudden of aan zijn oren krabben. Iedereen was dol op Rakker, behalve in het weekend. Mijn ouders vonden het dan vooral onze hond. Het beest moest al heel vroeg in de ochtend plassen en dan deed mijn moeder mijn slaapkamerdeur open. Rakker ging dan heel zielig kijkend naast je bed zitten piepen. Hij wilde naar buiten. Ik probeerde me slapende te houden. Mijn moeder had het door en vroeg dan: “Linda, doe jij de hond?” Dan trok ik een spijkerbroek over mijn pyjama aan en liep in jas en sjaal met de lampenkaphond over straat. Hij kon eigenlijk niet goed met zijn neus bij de luchtjes. Het duurde heel lang voordat hij ergens ging plassen. Ik werd er, als puber, niet goed van en hoopte geen bekenden tegen te komen. Als het achter de rug was kon ik weer snel mijn bed in.


17 april 2006

Wilt u een klantenpas?

Ik ben niet een van de slankste maar het vinden van een nieuwe outfit lukt me nog steeds. Voor een optreden in een theater had ik kleding nodig en was verschillende winkels binnengestapt. Wat ik precies voor ogen had was niet te vinden. Als laatste ging ik, tegen mijn zin, naar een zaak voor de wat flinkere dames. Uit principe wilde ik er nooit kopen, want zo dik was ik toch niet? En als je daar kocht werd je nooit meer dun, was mijn mening. Ik stapte de winkel binnen en zag daar precies hangen wat ik zocht, het kon niet waar zijn! Ik vertrok, met een voor deze winkel “kleine” maat, richting paskamer en het kledingstuk zat als gegoten. Helemaal voor mij, wat een toeval. De verkoopster vroeg of ik een klantenpas wilde. Nou nee, dat was mijn eer te na. Ik legde haar netjes uit dat ik eigenlijk niet in een grote-maten-winkel wilde kopen. Dus bedankte ik haar voor de kaart. In die winkel verkochten ze wel heel bijzondere modellen en ik ging wat vaker kijken. Het was toch wel handig, zou ik een klantenkaart nemen? Bij het afrekenen werd me verteld dat de klantenkaarten op waren. Een bezoekje later kon ik wel een kaart krijgen. De vrouw herkende me en moest lachen, weer een klant erbij.


10 april 2006

Caravan opknappen

We hebben jaren geleden de stap gemaakt om een caravan te kopen. Na verschillende vakanties in een “kruipdoor-sluipdoor” tentje door te hebben gebracht was nu de tijd aangebroken voor een sleurhut. We hadden inmiddels een dochtertje en wilden met haar erbij de wereld verkennen. Voor het kopen van een tweedehandse caravan vroegen we onze zwager om advies. We gingen met hem naar het huisje op wielen kijken. Het was een leuk, klein ding. De zwager gaf een positief advies en we gingen tot koop over. Van binnen was alles donker bruin en ik verfde alles in mintgroen en maakte bijpassende gordijnen voor de ramen. Alles gebeurde op de parkeerplaats onder ons flat. Ik ging een parkeerkaart kopen bij de gemeente om de caravan te stallen in een speciaal daarvoor bestemde garage. Toen we na een periode hard werken de caravan daar netjes wilden stallen, gebeurde er iets waar we het nog lang over hebben gehad. Ik zat achter in de auto en we reden de garage in. We dachten nog een stukje verder te rijden om de ruimte op de parkeerplaats beter te gebruiken toen we een harde klap hoorden. Ik dacht dat we ergens tegenaan reden. Toen ik vanaf de achterbank naar de caravan keek wist ik niet wat ik zag; het dak van de opgeknapte caravan had zich in een betonnen rand geboord. Het dak was werkelijk weggeslagen! Van schrik hebben we gelachen en daarna hard gebaald. De volgende dag moesten we met dat ding naar de uitdeuker die een soort krik in de deuropening zette en het geheel in de originele vorm probeerde terug te brengen. Dat is nooit gelukt. We hebben nog jaren met ons “kreukeltje” rondgereden.


6 april 2006

Praten tijdens voetbalwedstrijd

Tot grote ergernis van mijn man praat ik tijdens een voetbalwedstrijd en soms tijdens het journaal. Ik kan er niets aan doen. Voetbal vind ik dodelijk saai. Ik kan wel de rust opbrengen om voor de televisie te gaan zitten. Maar ben dan niet geboeid door de wedstrijd. Meestal begin ik vanzelf te praten. Ik kom tot rust en dan komen er allerlei gedachten in mijn hoofd die ik hem nog moet vertellen. Ik kan “praten en breien”, zoals een oud gezegde luidt, maar mijn man kan dat niet. Hij gaat helemaal op in de wedstrijd en al zou je een lang bewaard geheim aan hem vertellen, hij hoort het helemaal niet! “Vind je ook niet?” vraag ik hem na enkele minuten. Na wat aandringen, antwoordt hij met: “Huh, waar heb je het over?“ Laat maar…..ik moet gewoon iets anders gaan doen en hem zijn avondje voetbal gunnen.


1 april 2006

Ons trouwfeest anno 1987

In 1987 vatten we het plan om te trouwen. We hadden zo ons eigen idee over de bruiloft. We hadden al enkele jaren samengewoond en vonden het niet nodig om vanuit het ouderlijke huis te trouwen. We trouwden ook niet in het wit maar in het rood-zwart. In eerste instantie dachten we aan een eenvoudig feestje. Zoiets als, bij mijn toekomstige echtgenoot achterop de fiets springen, naar het stadhuis en achteraf met de aanwezigen iets eten en drinken. Dat soort dingen bedenk je vooraf. Wanneer je het feest voor het “echie” gaat bedenken komen er allerlei vragen in je op. Kan dat wel? Je familie wil toch komen, wie nodigen we dan allemaal uit? Maar als tante Zus komt, moet je ook tante Zo uitnodigen… dat kun je anders niet maken, hè? Zo werd het door ons bedachte feestje groter en groter. Van een receptie werd het een etentje. En het etentje werd een FEEST. Maar we hadden wel zelf de regie in handen. Want als je iets bedacht hebt moet je het ook wel enigszins gelijkend uitvoeren. Zo kwamen we dus uit op een Grote Barbecue. We hadden een Blokhut in een park gehuurd en zo kon iedereen komen. We kochten kratten bier, liters wijn en hadden onze neefjes en nichtjes ingeschakeld om de mensen van een natje en een droogje te voorzien. Voor hen was het ook een leuke dag. We maakten onze eigen trouwkaarten die door mijn zwager werden gedrukt. In oktober ’87 zijn we getrouwd. Die dag scheen er een mooi najaarszonnetje. Na het stadhuis konden we met z’n allen naar de Blokhut in het park waar de slager het vlees bracht. Met ongeveer 150 man hebben we daar gedanst en gegeten en zijn we verwend met allerlei mooie cadeaus. Het thema van de dag was rood-zwart net als onze trouwkleding. Want ook al werd het feest alsnog een groot gebeuren en waren we wat dat betreft traditioneel; over onze outfit is nog lang gesproken. Wekenlang hebben er zes vergrotingen in de etalage van de fotozaak gehangen. En we vinden het nog steeds super dat we het op die manier gevierd hebben!

26 maart 2006

Rust komt met de jaren

Als ik vrij was móest ik erop uit trekken en in de vakantie móest ik altijd alles zien. Je was niet in orde als je kilometers had afgelegd en geen bezoek zou brengen aan het beroemde kasteel of museum. Zonde van de kans, dacht ik toen. Het resultaat van deze drukte; stress. Ik kwam bekaf en chagrijnig van vakantie terug. Bekaf omdat ik van mezelf van alles móest en chagrijnig omdat de vakantie voorbij was en ik niet echt was uitgerust. Tegenwoordig doe ik het anders. Ik ben “allergisch” geworden voor het interieur binnen kasteelmuren. Ik hoef niet meer zonodig een gids te volgen door verschillende kamers. Te lang hebben we met onze kleine kinderen de “native speakende” gidsen gevolgd. Allemaal mooi wat je ziet, maar erg langdradig. Tegenwoordig lopen we een rondje om het monument, bekijken de ophaalbrug en de slotgracht. We lezen de informatie na in de “Lonely Planet en daarna houden we het voor gezien. Ik denk dat het komt omdat we verwend zijn in deze tijd. Je kunt overal naar toe, de wereld is kleiner geworden. Met een klik op de muis kun je met een webcam een plek aan de andere kant van de wereld bekijken. Telefoneren doe je via de computer en op elk moment van de dag kun je laten weten waar je bent met je mobiele telefoon. De techniek haalt de wereld naar je toe. Dus kun je relaxen. Gemiste kansen? Ik bekijk het wel op een andere manier.


20 maart 2006

Snoeien, ik doe maar wat

Toen we de tuin van ons nieuwe huis gingen beplanten en bestraten, kreeg ik van een lieve buurvrouw een druivenstek. Het leek niet veel bijzonders. Het was slechts een takje met een blaadje eraan. De buurvrouw had een heleboel plantjes gekregen van een kennis die de plantjes zelf entte. Ze kon er dus wel een missen. Ik ben dol op de vorm van de bladeren van de druif. Ik sloeg alle goede adviezen wat betreft het verzorgen en snoeitips in de wind, ik ging voor het blad. Ik liet de plant zover doorgroeien dat er achter in de tuin een afdakje van de druivenranken zou ontstaan. Hier en daar knipte ik wat af als het in de weg zat. Maar verder had ik er geen theorie voor. Het eerste jaar kwamen alleen bladeren tevoorschijn en allerlei zijsprieten. Het jaar daarna hingen de ranken vol druiventrossen. Bij de buurvrouw die zelf de overige plantjes had geplant, groeide helemaal niets. Zelfs geen blaadje. Onze tuin ziet er erg groen uit, daar houd ik van. Ik knip en zaag hier en daar en dat vinden de planten wel prima, geloof ik. Voor mij dus geen boeken met moeilijke toestanden. Het enige nadeel, van niet snoeien volgens de tuinencyclopedie, is dat je soms twee keer moet zagen en knippen. Maar ook dat went.


12 maart 2006

Ongehoorzaamheid niet beloond

Enkele jaren geleden werd ik ‘s avonds verwacht op een vrij onbelangrijke vergadering. Ik had er helemaal geen zin in en bedacht allerlei uitvluchten zodat ik de vergadering zou missen. We gingen expres wat later aan tafel, maar scheelde niet veel in tijd. Toen bedacht ik dat de ramen nodig aan een wasbeurt toe waren. Dat bracht de oplossing. Terwijl ik de ramen in de avondzon aan de buitenkant lapte, voelde ik me een stout en ondeugend mens. Maar het voelde eigenlijk ook best lekker. Plotseling riep mijn zoon, toen een jaar of acht, dat hij de deur open wilde doen en iets wilde laten zien. “Kan dat niet wachten, het tocht zo”, zei ik nog. “Nee mam, je moet me echt helpen”, zijn stem klonk wat benepen. Ik deed de deur open en daar stond hij met een bebloede duim in een theedoek gewikkeld. Hij had met de kaasschaaf een stukje kaas willen nemen. De korst was hard en met wat kracht probeerde hij erdoor te komen. Dat lukte dus niet, schoot uit en sneed met de kaasschaaf zijn topje en nagel weg. Ik zag dat het beter was naar een dokter te gaan. De gemiste vergadering zorgde ervoor dat ik de avond op de dokterspost zat. Het emmertje sop stond stilzwijgend in de voortuin.


5 maart 2006

Skeeleren

Op de laatste dag voordat de zomervakantie begon, ging ik met mijn collega’s skeeleren. Skeeleren was een hype en ik ging gewoonlijk een paar avonden per week met wat kennissen de polder in om te skeeleren. Mijn collega’s vonden het een leuke afsluiting van het jaar. Sommige deelnemers hadden geen skeelers en gingen ze bij een sportzaak huren. Het was heerlijk weer en we gingen op pad, voorzien van beschermende pols en kniestukken. Onderweg kwamen we enkele wildroosters tegen en ik hield m’n hart vast voor de nieuwelingen. Remmen is namelijk niet zo eenvoudig. Het was een mooie, warme avond met veel vliegjes in de lucht. Soms zat er een in je oog of mond. Bij een van de laatste wildroosters stond ik met een groepje te wachten op de rest. We zouden in een restaurantje iets gaan drinken voor we naar de auto gingen. Terwijl ik stilstond schoten de skeelers onder me weg en ging onderuit. Ik voelde gelijk dat het niet goed was. Ik werd wat wit en trillerig en kreeg zweetdruppels op mijn bovenlip. Ik ging met een collega naar de EHBO post en op de foto was te zien dat ik mijn pols had gebroken. En dat terwijl ik stilstond en polsbeschermers aanhad. De reden van deze breuk zou het horloge kunnen zijn dat ik nog aan had onder de beschermers. Ik kwam ’s avonds met mijn arm in het gips thuis.  Dat gips bleef er de volle zes weken zomervakantie omzitten.

21 februari 2006

Eindelijk Tappen!

Al maanden zit ik achter een glazen wand te kijken naar de taplessen van mijn dochter. Zij heeft allround danslessen bij Ricardo Sibelo. Ik ben verwonderd door de snelheid waarmee haar voeten “muziek” maken. Stilletjes proberen mijn voeten onder de tafel de bewegingen na te doen. Het gaat zo snel dat ik niet eens zie hoe het geluid geproduceerd wordt. Een stille wens van mij is om een keer een proefles mee te doen. Ik laat me meevoeren met het enthousiasme van Ricardo, de dansleraar. Gisteravond maakte ik mijn debuut op de houten vloer van de dansschool! Ik mocht een paar tapschoenen lenen. Zo maakte het gestuntel van mij ook nog geluid….. Mijn reactie na een eerste les is: “Ik wil meer!” Het is best moeilijk maar ook heel leuk! Je moet er bij nadenken en je komt er al snel achter dat je een voorkeursbeen hebt. Dat alles met je linkerbeen moeilijker gaat dan met je rechterbeen, in mijn geval. Ik vind het heerlijk om zo geconcentreerd bezig te zijn. Mijn dochter helpt me thuis om de basis onder de knie te krijgen. We hebben een oude kastplank op de grond gelegd waarop ik haar na-tap. Gelukkig heeft ze veel geduld.


17 februari 2006

Ik ben vrijdag thuis…..

Mijn man was op zakenreis naar Amerika. Hij had een druk programma. Wanneer hij op dienstreis gaat laat hij altijd een brief achter in welk hotel hij zit en de vluchtnummers met datum. Hij zou terugkomen op vrijdagochtend omstreeks 9:00 uur, met jetlag dus zou hij direct gaan slapen. Ik vertelde de kinderen, die vroeg vrij waren, papa niet wakker te maken. Dat is moeilijk want hun vader neemt altijd iets leuks voor ze mee. Hun geduld werd op de proef gesteld. Iedereen dacht dat papa thuis lag te slapen, totdat ik om 15:00 uur op mijn werk gebeld werd. Het was mijn zoon. Hij vroeg of papa toch naar zijn werk was gegaan? Hij ging de slaapkamer checken en ik besloot te bellen naar kantoor. Daar was hij niet… Dan moet je rustig blijven. Wat ga je als eerste doen. Ik belde naar de KLM service maar die wilde me niet vertellen of mijn man in het vliegtuig zat! “Dat is privacy, mevrouwtje” vertelde een kalme stem aan de andere kant van de lijn. Ik vroeg wat ik het beste kon doen. Er werd mij met dezelfde kalme stem verteld dat als hij er morgenochtend nog niet zou zijn, ik mijn man als vermist op moest geven. Dat je de wereld voor je in ziet storten hebben ze aan de andere kant van de lijn niet door. Via het kantoor van mijn man werd gebeld naar Amerika, waar het midden in de nacht was. Even later kwam het verlossende telefoontje dat hij de volgende dag pas zou vertrekken! Nu gaat er wel eens wat mis. Maar als je de volgende ochtend, zaterdag 9:00 uur, je man in de armen kan sluiten ben je gelukkig. De opmerking van mijn man toen hij zijn zoon en dochter zag: “He, moeten jullie niet naar school?” We kunnen er nu om lachen.


13 februari 2006

Heeft u ergens last van?

Een bezoek aan de tandarts is niet favoriet bij mij. Ik denk dat meer mensen daar last van hebben. Ik houd me altijd heel groot en ga als eerste op de stoel liggen. Alsof het allemaal niet eng is. Je geeft het goede voorbeeld aan je kinderen. De tandarts vraagt: “Heeft u nog ergens last van, mevrouw?”. Wie antwoordt dan met ja? Ik niet hoor. Ik heb nergens last van. En het is echt waar, al had ik last, de pijn verdwijnt altijd als ik op de stoel lig. Ik voel nooit meer wat. Het enige dat ik kan bedenken is: Hoe kom ik zonder gezichtsverlies snel van die stoel? Ik hoop ook stilletjes dat het haakje nergens achter blijft hangen. Want dat betekent ellende. Een bezoek aan de tandarts is een beetje het ergste dat ik kan bedenken. Waarschijnlijk heeft het te maken met het verleden. Ik had altijd gaatjes. Ik ging twee keer per jaar naar de tandarts en had altijd wat. En ik schaam me bijna het te vertellen; ze moesten me met twee man vasthouden…Ik heb me van alles laten beloven. Als ik niet huilde kreeg ik een cadeautje, mocht ik het toetje van de avond kiezen, het heeft niet mogen baten. Een verdoving kreeg je niet, in een melkgebit voelde je immers geen pijn. Nou me hoela, wel dus. Het moest voor de tandarts ook wel erg zijn geweest. Dat gebrul vanuit de behandelkamer was te horen tot in de wachtruimte. Het bracht de andere wachtende kinderen in tranen. Nee hoor,  ik heb nergens last van!


10 februari 2006

Inleven, snik

Wekelijks krijg ik zangles. De lessen beginnen met toonladders en allerlei oefeningen om je stem op te warmen en je ademsteun te oefenen. Ik kijk er elke week naar uit, het geeft me energie. Zingen is erg leuk en het is fijn om op een geheel andere manier bezig te zijn dan de dagelijkse werkzaamheden. Het vraagt een ander soort concentratie. Het zingen van musicalliedjes moet met veel emotie. Je moet de techniek niet vergeten en gebruik maken van je emotie en dat in het lied laten horen. Nou, dat is wel moeilijk hoor. Je moet duidelijk iets loslaten. Het hoeft soms niet mooi te zijn. Tenslotte zingt iemand die huilt in een musical ook niet perfect. Wanneer ik een nieuw lied ga oefenen zoek ik meestal de scène op in de film. Ik beluister het lied, laat de tekst op me inwerken en zoek er een emotie bij. Als het niet lukt om me gelijk in te leven dan denk ik aan iets wat me blij of verdrietig maakt. Laatst zocht ik een passage uit de musical Evita op de video. Het was een aangrijpend stuk en de film vond ik erg emotioneel. Ik heb de film verder jankend afgekeken. De melodie van het lied dat ik moest in studeren kwam namelijk de hele film door terug. Het werd een zeer beladen lied. Ik hoop dat ik het lied uit kan voeren zonder in huilen uit te barsten.


6 februari 2006

Zwemmen

Zwemmen is leuk! Het is tevens de enige sport waar ik goed in ben. Omdat mijn avonden gevuld raakten met allerlei leuke hobby’s, had ik in de avonduren geen tijd om te sporten. Mijn zus ging elke week ‘s morgens om 7:00 uur zwemmen en vroeg of ik mee wilde gaan. Het was lekker rustig en je kreeg er energie voor tien van. Ik zocht mijn badpak op en sprak met haar af in het zwembad. In de zomer is het zalig, je hoort de vogels fluiten en het is al vroeg licht. Als je om 6:40 uur op je fiets zit is het overal nog erg rustig op straat. We zwommen een baantje of dertig en gingen douchen en ieder naar het werk. Oké, je hebt een heerlijk fit gevoel de rest van de dag. Toen echter de herfst naderde werd het iets minder leuk. Het was ‘s morgens nog donker en dan kom ik moeilijker uit bed. De gordijnen waren gesloten in de straten waar ik doorheen fietste. Op een ochtend had ik me verslapen. Ik zat zonder ontbijt, slaapdronken achter het stuur richting zwembad. Ik dacht: “Waar ben ik nou mee bezig?” Het water leek kouder dan de week ervoor. Ik zei tegen mijn zus dat ik voorlopig niet meer ging zwemmen en in het voorjaar weer zou starten. Húh, is het al weer bijna voorjaar?


1 februari 2006

Even Apeldoorn bellen

Naaien van kinderkleding was een tijd lang mijn hobby. Elke week ging ik naar naailes en daar werden door de aanwezige dames de mooiste creaties gemaakt. Ik kreeg gedegen les en leerde tijd te nemen voor het afwerken en nooit verder te gaan als iets niet lukte. Dit laatste was een hele opgave voor mij. Ik was altijd zo enthousiast bezig dat ik gewoon doorging als een naadje verkeerd aan elkaar genaaid zat. Niemand die dat zag. Verder in het werkstuk kwam je het vervelende naadje steeds weer tegen en dan moest je alles uithalen, want je zag het wél. En de naai-juf was onverbiddelijk. Ze leerde me dat je dus beter kon stoppen dan doorgaan. De naai-juf had een lock-machine in de aanbieding. Ze had een nieuwe gekocht en wilde af van haar oude. Het oude apparaatje had duizenden kilometers gelockt in zijn zestienjarig bestaan en moest nog een aanzienlijk bedrag opbrengen. Ik vond het bedrag te hoog en zette de felbegeerde lock-machine uit mijn hoofd. ’s Avonds vertelde ik het aan mijn man en hij vond dat we even moesten gaan kijken. Misschien was het wel wat. Het was aardig dat de naai-juf aan mij gedacht had, was zijn mening. De kinderen waren nog klein en gingen mee. Ze werden in de kamer van haar kinderen gezet om te kleuren en te tekenen. Ondertussen kregen we een demonstratie van het apparaat. Ik zag het al meteen; dat ding hoefde ik niet. Maar beleefd luisterde ik naar haar uitleg. Vanuit de naastliggende kinderkamer hoorde we een grote klap en een hoop gerinkel. Onze kinderen, die zo lief aan het kleuren waren, zaten op een klapstoel aan een soort barmeubel met klep. De stoel klapte in en de klep waar ze aan bleven hangen zorgde ervoor dat de hele kast over hen heen viel. Compleet met zwart-wit TV, gameboy en aquarium. Even Apeldoorn bellen….


29-1-2006

65 jaar in 3 x 4 minuten

Laatst was ik op een crematie van de vriendin van mijn moeder die na een kort ziekbed was overleden. Mijn moeder, zus en ik gingen naar de plechtigheid. Een hoop verdriet kwam bij me naar boven toen ik het terrein bij het crematorium betrad. Mijn vader en nog meer dierbaren waren haar de laatste jaren voorgegaan. We waren iets te vroeg voor de ceremonie en we liepen naar de plaats waar we mijn vader een paar jaar geleden “uitgestrooid” hadden. Op het strooiveld stonden drie bomen in een groepje bij elkaar. In een boom was bovenin een vogelhuisje gespijkerd. De drie bomen vonden we in die tijd toepasselijk. We bleven namelijk met zijn drieën achter. De drie reuzen van bomen stelden ons als de achterblijvers voor, dicht bij elkaar om elkaar kracht te geven. Het vogelhuisje stelde de warmte en veiligheid voor en het nieuwe leven dat er uit voortkwam. De crematie van de overleden vriendin, zou naar mijn verwachting ook zo symbolisch kunnen zijn. Deze plechtigheid verliep anders. Er kwamen een dertigtal mensen. Voordat de herdenking begon, kwam de medewerkster vragen of er iemand wilde spreken tijdens het afscheid. Er was niets voorbereid. Ik was verbaasd over het feit dat geen van de aanwezigen iets over de overledene te zeggen had. De vrouw had bijna vijfenzestig jaar op aarde rondgelopen en niemand die iets over haar kon vertellen? Is er dan niets noemenswaardigs te melden over deze vrouw, die haar man op veel te jonge leeftijd heeft verloren en twee kinderen heeft gebaard? Heb je dan voor niets geleefd? Ik vond het zo erg dat ik al bijna begon te huilen. We gingen de zaal in. De kist stond klaar en er lagen bloemen en boeketten omheen. Aan weerszijden van de kist stonden twee grote kaarsen. Toen de mensen een plekje gevonden hadden begon de muziek. Neil Diamond zong een verdrietig lied. Het herinnerde me aan de begrafenis van haar man die achttien jaar geleden overleden was. Zielig, de stem zorgde voor een dikke strot en de tranen kwamen snel. Na vier minuten vertelde de medewerkster van het crematorium dat we met muziek afscheid namen.  Er volgden weer vier minuten en het volgende lied van Neil Diamond vulde de ruimte. Bij het laatste lied liepen we in defilé om de kist en werd het laatste lied gezongen. Nadat iedereen om de kist heen gelopen was en de zaal had verlaten volgden koffie en broodjes. Ik was ontdaan en verbaasd; vijfenzestig jaar in drie keer vier minuten. Dat was je leven.


24 januari 2006

Laat je niet inhalen door de bejaarden, Lin!

Sinds we door mijn moeder zijn gefêteerd met een weekje langlaufen, zijn we verknocht aan de sneeuw. Na het feestreisje ter ere van haar verjaardag en aankomend pensioen, zijn we elk jaar zelf gegaan. We zitten ieder jaar moe maar verwachtingsvol in de bus naar Oostenrijk. Na aankomst krijg je een langlaufset en word je met de bus naar plaatsen gebracht waar een dik pak sneeuw ligt. Je komt in oorden waar de watervallen lichtblauw bevroren aan de bergwanden hangen. Het is idyllisch en mooi. Op een dag gingen we over een vlak gebied en de loipes gingen slingerend over het terrein. De afstand leek korter dan in werkelijkheid het geval was. Onze kinderen die in betere conditie verkeren en veel harder durven waren al bijna bij de bus. Het was erg koud en er stond een harde wind. Onze haren stonden bevroren recht op ons hoofd. Ik kon haast niet meer vooruit komen elke keer als ik dacht dat we er waren volgde een nieuwe bocht. Achter ons kwamen wat oudere, zeg maar bejaarde “laufers” aan. Mijn man zei, om me vol te laten houden telkens: “Laat je niet inhalen door de bejaarden, Lin!”. Ik veerde wat naar voren en ging weer een stukje door. Helaas stapten de genaderde bejaarden uit de loipes en haalden ons in. Ik zag het niet meer zitten. Ik stop ermee! Ik deed de latten uit, nam ze onder de arm en dacht het stuk rechtdoor af te steken. De eerste stap in die richting deed me wegzakken in de sneeuw tot mijn liezen. Met een hoop gespartel en een lachende, toekijkende man deed ik woest de latten onder en ging verder. We kwamen gelukkig niet helemaal als laatste aan.


21 januari 2006

Verf jij mijn haren?

Heel lang geleden toen ik een jaar of zestien was wilde ik high-lights in mijn haar. Mijn moeder had daarvoor de spullen in huis, alleen geen tijd om het te doen. Ze moest boodschappen doen en het was al laat. Ik vroeg mijn moeder of ze mijn haren in wilde smeren voordat ze naar de winkel zou gaan. Ik kon het toch zelf uitwassen? Zo gezegd zo gedaan…. Ik kreeg een badmuts op mijn hoofd en met een haaknaald, au, werden de plukjes haar door de badmuts getrokken. Na het insmeren van de plukjes met verf ging mijn moeder inkopen doen. Ik hield de tijd in de gaten, controleerde of mijn haar niet groen werd en wachtte geduldig af. Nadat de tijd verstreken was trok ik de badmuts van mijn hoofd. Er wachtte mij een bijzonder resultaat. De verf was door de andere gaatjes gelopen. Nu had ik een tijgerprint! Tegenwoordig heel kinki, maar voor die tijd totaal mislukt. Hoe ik mijn haar ook kamde en vastzette de print bleef je zien. Had ik maar naar mijn moeder geluisterd. Maar ja, als je zestien jaar bent denk je alles zelf te kunnen en te weten. Volgende keer maar wachten tot ze terug is.

16 januari 2006

Waar komt die stank vandaan?!

In de jaren zeventig, van de vorige eeuw, was het dragen van jassen van konijnenbont “in”. Ik kreeg er ook een. Ik zat in een grote stad op school. Jassen kon je niet op de gang hangen en lockers had je toen nog niet. Je hield je jas in de klas aan. ’s Morgens, voordat ik naar school ging, moest ik de hond uitlaten. De hond snuffelde lang en deed een paar druppels. Ik kon pas naar school als hij een “grote” had gedaan. Ik zal niet in details treden maar dit kan ik zeggen: onze hond groef altijd een kuiltje. Hij deed zijn behoefte en als een goed opgevoede hond trapte hij naar achter en gooide het kuiltje weer dicht. Ik stond achter het beest een beetje te wachten en rond te kijken. Mijn jas stond open maar het was wel koud. Op het moment dat de hond het kuiltje dichtgooide begon het te waaien. Ik deed mijn jas snel dicht tegen de kou. Hè, hè, we konden naar huis. Ik gaf het beest wat brokjes en vertrok naar school. In de klas steeg er na een tijdje een vieze poeplucht omhoog. Ik keek onder mijn zolen en betrok de student naast mij in het zoeken naar de herkomst van de lucht. Meer mensen om me heen gingen onrustig verzitten en keken zo ongemerkt mogelijk onder hun schoenen. De temperatuur steeg en ik deed mijn jas los. Wat ik toen zag; de grote bruine kluit op de voorkant van mijn trui en tussen mijn jas….. Jaren later kun je lachen om de situatie waarin mensen zo onopvallend mogelijk checken of zij zelf de producent zijn. Of het nu gaat om zweetlucht of om iets anders. Eerst volgt er een schrikreactie en daarna de opluchting; “Gelukkig, het is iemand anders”. Ik moest in dit geval terug naar huis fietsen met de bruine boodschap op mijn borst. Met de jas is het nooit meer goed gekomen.


13 januari 2006

Vanwaar die haast?

“Ga je mee wandelen?” Deze vraag werd me gesteld door mijn moeder die gewoonlijk samen met haar zus Nederland op wandelschoenen doorkruist. Gewapend met bergschoenen en genoeg in mijn knapzak voor de inwendige mens ging ik mee…. We zouden een deel van het Trekvogelpad doen. De wandeling die in delen afgelegd kon worden. Ik dacht nog: is vliegen niet makkelijker? Maar goed een mens heeft voeten en geen keus. Vol goede moed begon ik aan de wandeling. De wandelaars die aan deze trip deelnamen waren de eerbiedwaardige leeftijd van de 70 ruim gepasseerd dus ik kon best meegaan. Al gauw kwam ik erachter dat het tempo van deze dames en heren hoog lag. Een foto maken onderweg was niet mogelijk omdat je dan de kopgroep als een stipje aan de horizon zag verdwijnen. Ik vroeg me tijdens de wandeling af: deze mensen hebben alle tijd van de wereld, vanwaar die haast? Ik begreep er niets van. Ik voelde in de snerpende kou een sanitaire stop opkomen. Ik riep nog naar voren dat ik even de bosjes in moest want in de vrije natuur is een toilet in geen velden of wegen te bekennen. Zo snel als mijn blaas het toeliet probeerde ik te plassen. Gelukkig waren mijn moeder en tante bij mij achtergebleven. Ze plasten solidair mee. Tijd om aan te sluiten bij de kopgroep. Toen we de groep in beeld kregen hadden ze net besloten even te rusten en wat in de berm te drinken. Het moet gezegd: ook de hardlopers waren toe aan een pauze. We naderden de groep rustende mensen en terwijl we wat dichterbij kwamen zag ik enkele personen het afval verzamelen en de spullen weer inpakken. Net aangekomen ging de groep weer verder. Je moet niet te lang stilzitten, je wordt er stram en stijf van, heb ik me laten vertellen. Om de ingelopen afstand niet verloren te laten gaan, dronken we lopend ons drankje en namen onze boterhammen in de hand. Het was duidelijk, deze mensen lieten zich qua tempo door niets en niemand van de wijs brengen. Ik probeerde nog even de truc van de losse veters, daar trapten ze niet in. Volgen dus maar. Na een wandeling van een uur of zeven kan ik niet zeggen: “Ik heb genoten”. Wandelen is heerlijk, lekker in de natuur. Maar wanneer je er als een dolle Dries doorheen rent valt er voor mij niet veel te genieten. Ik kijk graag om me heen, schiet hier en daar een fotootje. Daar kwam niets van tijdens deze achtervolgingstocht.


8 januari 2006

Winterslaap

Nadat eind december in zicht kwam en ik strompelend de finish bereikte, volgden er twee weken kerstvakantie. Lekker bijkomen van alle Sint en Kerst drukte. De Kerst had ik op m’n werk al gehad. Dit is een vreemde gewaarwording. Je ruimt de kerstspullen op je werk op, terwijl je thuis de dozen nog van de vliering moet halen. Maar ja, dat had je ook eerder kunnen doen. Ware het niet dat door de december voorbereidingen, de sfeerbrengende boom voor je eigen huis nog even in de doos moest blijven. O ja, er komen tien mensen op eerste kerstdag eten. De winkels liggen vol lekkers en een menu is zo bedacht. Na dit gezellige diner, dat toch wat meer voorbereiding vergde, komt de echte rust. Je slaapt uit, gaat laat naar bed, je slaapt nog langer uit en zo kom je in een fase terecht die je “winterslaap” kunt noemen. Door de rest van de vakantie helemaal niets meer te “moeten”, verdwijnt alle tijdsbesef en tijdsdruk. Wat vandaag niet lukt, doen we gewoon morgen. En als dat ook niet lukt, is er geen man overboord, toch? Rust staat voorop. Het effect van deze fase heeft weerslag op mijn werkende echtgenoot. Hij blijft ’s morgens wat langer liggen, het is nog zo donker en natuurlijk gaat ook hij laat naar bed. Die fase van rust in mijn lijf zou ik altijd wel willen vasthouden. Maar dat gaat niet lukken want na een dag werken ben je zo weer “back to earth”. Als je zelf niet van plan was de aardlanding te maken, wordt het door de mensen om je heen wel bewerkstelligd. Want wie is er nou niet uitgerust na twee hele weken vakantie?!